Vetramil Honingzalf
Vetramil Honingzalf
Honingzalf van Vetramil
Honingzalf stond lange tijd vooral bekend als huidmiddel voor de behandeling van wonden bij mensen. Nadat de werking van honingzalf als antibacterieel wondproduct door wetenschappelijke klinische- en casestudies werd bewezen, groeide ook binnen de veterinaire geneeskunde de vraag naar eenzelfde type wondzalf. Vetramil Honingzalf was het passende antwoord! Inmiddels heeft deze unieke zalf haar plaats binnen de diergeneeskunde ingenomen.
Wat is Vetramil Honingzalf?
Vetramil honingzalf is een honingzalf voor dieren. Deze zalf bevat 100% zuivere, gestandaardiseerde honing. Daarnaast bevat Vetramil een huidverzorgende basiszalf en een aantal antimicrobiële etherische oliën zoals Ocimum bacilicum en Tymus vulgaris welke de afweer van de huid versterken en schimmel- en bacteriegroei tegengaan. De etherische oliën geven tevens een licht bittere smaak aan de zalf, wat het onaantrekkelijk maakt om op te likken.
Vetramil jeukstillend
Sinds enige tijd is Vetramil Honingzalf bovendien verrijkt met Cardiospermum-extract, dat een jeuk- en pijnstillende werking heeft. Doordat de extracten van deze plant stabiliserend werken op de lysosomale membranen en de aanmaak van ontstekingsbevorderende prostaglandines rem-men, wordt de uitscheiding van ontstekingsbe-vorderende stoffen geremd.
Honing en wondheling
De lage pH waarde van honing en de werking van honingenzymen spelen een belangrijke rol bij de wondhelende eigenschappen ervan. Door de inwerking van enzymen op honingsuikers ontstaat een zuur milieu, waardoor veel schadelijke micro-organismen worden geremd. Een lage pH versterkt ook de weerstand van de huid. Wanneer honing wordt toegepast in een vochtige (wond) omgeving dan worden de honingenzymen actief en produceren deze kleine hoeveelheden anti-bacteriële waterstofperoxide.
De samenstelling van verschillende honingsoorten loopt echter zeer uiteen en is afhankelijk van een groot aantal factoren in de natuur die niet te controleren zijn. Het gehalte aan actieve enzymen in consumentenhoning varieert sterk en is doorgaans erg laag (Kerkvliet et al. 1996) wat deze honing niet geschikt maakt als therapeutisch product. Bfactory, producent van Revamil en Vetramil, ontwikkelde op basis van jarenlang onderzoek van de Universiteit van Wageningen een methode voor de productie van medi-cinale honing met een hoog enzymgehalte en een hoog zuurgehalte.
De werking van honing
Honing bestaat voor een groot deel uit suikers en een klein deel uit water, organische verbindingen en enzymen. Het enzym glucose oxidase wordt door de honingbijen aan de honing toegevoegd en zorgt voor een antibacteriële werking:
Waterstofperoxide: in contact met de wond wordt de honing verdund met wondvocht en het enzym glucose oxidase geactiveerd. Dit enzym zorgt voor een continue aanmaak van water-stofperoxide waarvan de concentratie hoog genoeg is om pathogene bacteriën te doden, maar die geen schade aan de herstellende wond veroorzaakt.
Slow Release: De productie van water-stofperoxide is heel geleidelijk en gaat door zolang er nog honing in de wond aanwezig is. De snelheid waarmee de honing in de wond oplost is afhankelijk van de mate van exudatie van de wond.
Lage pH: door de werking van glucose oxidase ontstaat ook gluconzuur. Dit is het belangrijkste organische zuur in honing en reguleert een zuur wondmilieu. De hoeveelheid zuur in honing is een belangrijke maat voor de antibacteriële werking (Bogdanov, 1997).
Lage wateractiviteit: door de lage wateractiviteit van honing kunnen de meeste bacteriën slecht overleven.
Etherische oliën: Vetramil bevat onder andere etherische olie van Tymus vulgaris (tijm) en Ocimum basilicum (basilicum). Tijm heeft een breed spectrum werking tegen bacteriën, terwijl basilicum werking tegen meerdere schimmels heeft (Price 1999)
Onderzoek naar Vetramil Honingzalf
Vooralsnog werd het onderzoek naar de werking van medicinale honing voornamelijk uitgevoerd in de humane geneeskunde. In verschillende ziekenhuizen zijn studies verricht met de humane honingzalf Revamil®. Vetramil honingzalf is een honingzalf voor dieren, ontwikkeld naar hetzelfde recept als Revamil®.
Een studie naar de inzet van honing bij 59 patiënten met wonden en zweren die niet genazen na conventionele behandeling, liet aanzienlijke verbetering zien in 58 van de 59 gevallen. De wonden die bij aanvang van het onderzoek al steriel waren, bleven steriel tot de wond was gesloten en geïnfecteerde wonden en zweren werden binnen 1 week na de inzet van honing steriel. Dood en aangetast weefsel werd zeer snel vervangen door nieuw, gezond weefsel (Efem, SE. (1988). “Clinical observations on the wound healing properties of honey”. Br J Surg. 1988 Jul; 75(7): 679-81.).
Een onderzoek naar de inzet van honingzalf bij 9 jonge baby’s met open, geïnfecteerde wonden die niet op een conventionele behandeling (intra-veneuze inzet antibiotica en uitwendige reiniging van de wond met chlorhexidine 0.05% W/V in wateroplossing) reageerden, liet zien dat alle baby’s na 5 dagen uitwendig te zijn behandeld met honingzalf aanzienlijke verbeteringen vertoonden. Alle wonden werden droog en steriel en sloten zich binnen 21 dagen (Vardi et al. (1998). “Local application of honey for treatment of neonatal postoperative wound infection”. Acta Paediatrica, Volume 87, No. 4: 429-432).
Uit een voorstudie uitgevoerd onder 80 patiënten in het Bronovo-ziekenhuis is naar voren gekomen dat deze honingzalf de wond effectief desinfecteert en tegelijkertijd het genezingsproces bevordert.
Delen uit deze tekst over Vetramil zijn ook verschenen in: Creemers and Bosma (2006), “Honingzalf voor wondgenezing en huidproblemen bij dieren”. Dier en Arts.
Meer lezen? Referenties.
Naar de inzet van honing bij wondgenezing wordt volop onderzoek verricht. Zie onder andere:
Bergman A., Yania J., Weiss J., Beli D., David M.P. (1983). Acceleration of wound healing by topical application of honey. An animal model. The American Journal of Surgery 145, 374-376.
Dunford, C.; Cooper, R.A; Molan, P.C. (2000) “Using honey as a dressing for infected skin lesions.” Nursing Times NTplus 96 (14): 7-9.
Dunford, C.; Cooper, R.A; White, R.J.; Molan, P.C. (2000) “The use of honey in wound management” Nursing Standard 15 (11): 63- 68.
Molan P.C. (1999). The role of honey in the management of wounds. Journal of Wound Care 8, 415-418.
Molan, P. C.; Betts, J. A. (2000) Using honey as a wound dressing: some practical considerations. Nursing Times 96 (49): 36 -37.
Molan, P.C.(2002). Re-introducing honey in the management of wounds and ulcers: Theory and practice. Ostomy/wound management vol. 48, no11, pp. 28-40.
Bogdanov F. (1997). Nature and origin of the antibacterial substances in honey. Zeitschrift für Lebensmittel Untersuchung und Forschung 30: 748-753.
Overgaauw P.A.M. en Kirpensteijn J, 2005. Honing bij de behandeling van huidwonden. Tijdschrift voor Diergeneeskunde 130 (4): 115-116.
Tonks A.J., Cooper R.A., Jones K.P., Blair S., Parton J., Tonks A. (2003). Honey stimulates inflammatory cytokine production from mono-cytes. Cytokine 21, 242-247.
Tur E., Bolton L., Constantine B.E. (1995). Topical hydrogen peroxide treatment of ischemic ulcers in the guinea pig: blood recruitement in multiple skin sites. Journal of the American Academy of Dermatology 33, 217-221.