Wat is tying-up en hoe kan ik het voorkomen?
Tying-up voorkomen!
Wat is tying-up en hoe kan ik het voorkomen?
Tying-up (of spierbevangenheid) is een verschijnsel waarbij een te grote ophoping van melkzuur in de spieren leidt tot een drastische daling in het prestatievermogen en stijfheid van het paard. De wijze waarop en intensiteit waarmee spierbevangenheid ontstaat, is sterk afhankelijk van het paard zelf, de training, de omgevingsfactoren en het rantsoen.
De belangrijkste oorzaken van spierbevangenheid:
- Paarden die dagelijks werken en dan plots een dag stil komen te staan (de zogenaamde maandagziekte) waarbij wel de volle hoeveelheid krachtvoer wordt gegeven. Dit wordt inderdaad veroorzaakt door een te grote ophoping van glycogeen, die het dier niet kwijt kan. Om dit te voorkomen kun je het beste op rustdagen de hoeveelheid krachtvoer sterk verminderen. Uiteraard blijft de ruwvoerbehoefte gelijk en is het niet wenselijk daar minder van te geven.
- Een andere oorzaak komt voor bij sportpaarden die flink moeten presteren, met name explosieve krachten moeten leveren. Normaal vindt in de spiercellen glucose verbranding plaats door middel van zuurstof. Wanneer de glucose voorraad op is in de spiercellen (opgestapeld in de vorm van glycogeen), gaat het lichaam over op een andere manier van verbranding, namelijk verbranding zonder zuurstof. Hierbij komen bepaalde stoffen vrij (oa melkzuur) die o.a. door middel van goede cooling down moeten worden afgevoerd. Gebeurt dit te weinig of niet dan kan het paard ook bevangen worden.
Hoe groter de glycogeen voorraad in de cel, des te langer het duurt voordat het mechanisme op zuurstofarme verbranding overgaat. Deze voorraad-capaciteit hangt af van de voeding en van de training. Training maakt de spiercellen groter. De juiste voeding moet de voorraad weer aanvullen (glucogene energie). - Soms is een vitamine E tekort de oorzaak van spierbevangenheid. Ook bepaalde mineralen en spoorelementen kunnen bijdrage leveren aan het ontstaan van bevangenheid.
Qua rantsoen komt het er eenvoudig op neer dat zowel een energieoverschot als een tekort tot bevangenheid kunnen leiden. Het is daarom belangrijk om voeding (energieopname) en energieverbruik goed op elkaar af te stemmen. Rijd je – door bijv. slecht weer of ziekte – een tijdje minder of niet, verlaag dan de hoeveelheid krachtvoer. Maar ga je juist fanatieker rijden of veel meer inspanning vragen (bijv. meerdaagse wedstrijd of trektocht)? Dan mag het paard best wat méér krachtvoer krijgen dan normaal!
Let daarnaast op een uitgebreide warming-up en cooling-down en dat je het paard in de training niet overvraagt.