Aminozuren

Aminozuren

naar Voedingsstoffen vitaminen en mineralen op alfabet

Aminozuren

Aminozuren zitten in het voer in de vorm van ruw eiwit. Het lichaam breekt het ruwe eiwit af tot aminozuren en bouwt met deze aminozuren nieuwe lichaamseiwitten. Eiwit is dan ook de belangrijkste bouwstof in het lichaam. Ieder eiwit is opgebouwd uit een unieke verzameling van aminozuren in een specifieke combinatie. Elke combinatie van aminozuren geeft een andere eiwitstructuur. Zo zorgen de eiwitten van de bloedvatwand voor elasticiteit en zijn de eiwitten in de huid en het hoorn daarentegen hard en onoplosbaar ter bescherming van de onderliggende weefsels. Spierweefsel is volledig opgebouwd uit eiwitten. Maar ook de hormonen die alle lichaamsprocessen regelen, enzymen en veel lichaamsvloeistoffen bestaan uit eiwitten. En dus uit aminozuren.

Ontbrekende schakel
Als één van de aminozuren in onvoldoende mate of kwaliteit aanwezig is, worden ook de andere aminozuren niet optimaal aangemaakt en gebruikt. Dit kan leiden tot een tekort aan bepaalde eiwitten of tot ‘incomplete’ eiwitten en een verstoring van diverse lichaamsprocessen. Een sportpaard/hond of een fokmerrie/teef verbruikt meer eiwitten dan een recreatiepaard of huishond en moet er dus ook meer aanmaken. Juist daarom is het zo belangrijk dat uw paard of hond voldoende aminozuren krijgt. Er zijn 22 verschillende aminozuren. Een aantal worden door het lichaam zelf aangemaakt, anderen moeten in het rantsoen aanwezig zijn (dit zijn: Lysine, Methionine, Isoleucine, Leucine, Arginine, Phenylalanine, Threonine, Tryptofaan, Valine en Histidine).

Extra aminozuren
Door een aanvulling van het rantsoen met aminozuren biedt u het lichaam deze belangrijke bouwstoffen direct. Voor een goede opname van aminozuren zijn bepaalde Vitaminen en Mineralen noodzakelijk. In een goed aminozuren-supplement zijn er combinaties van stoffen gevormd (bio-actieve ketens) die nauwkeurig afgestemd zijn op de samenstelling van de individuele cellen, organen, weefsels en Enzymen. De opname is dan niet afhankelijk van de kwaliteit van de ruwe eiwitten en voedingsstoffen in het voer en evenmin van de lichaamsprocessen die zorgen voor de afbraak en omzetting ervan.